Spring naar inhoud
Wind op Land

Onderzoeken naar de impact van windturbines op de ruimte

Het landschap in het windzoekgebied Haarlemmermeer-Zuid is open. Windturbines maken daardoor duidelijk deel uit van het landschap. Hoe past een windturbine in de ruimte die beschikbaar is? Hier zijn verschillende onderzoeken naar gedaan.

We lichten een aantal termen toe

As-hoogte: De hoogte van voet (op de grond) van de windturbine, tot aan de as waar de wieken aan vast zitten.
Contour: omtrek om de windturbine.
Kwetsbare objecten: woningen, woonschepen, woonwagens.
Rotordiameter: de diameter van de wieken van de windturbine.
Slagschaduw: de schaduw die de wieken van de windturbine op de grond en de gebouwen geven bij een specifieke stand van de zon. Als de wieken draaien, dan draait de schaduw ook.
Slagschaduwgevoelige gebouwen: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderverblijven. 
Slagschaduwgevoelige terreinen: woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonschepen.
Tiphoogte: De hoogte van voet (op de grond) van de windturbine, tot aan de punt van de wieken op het hoogste punt.
Windklasse: Elke turbine heeft een bepaalde windklasse om te garanderen dat de turbine is ontworpen tegen schade door gevaren binnen de levensduur.

De belangrijkste onderzoeken

Onderzoek ruimtelijke inpassing windturbines zoekgebied Haarlemmermeer-Zuid

Wat is onderzocht?

In 2021 heeft Tauw voor de vier denkrichtingen onderzocht welk effect de windturbines op de beschikbare ruimte heeft en op de aanwezige functies van het gebied. Hierbij is uitgegaan van de bestaande regelgeving, zoals beschermde natuurgebieden, beperkingen vanuit veiligheids- en geluidsredenen en andere aandachtspunten zoals de belasting van het elektriciteitsnet.

Wat zijn de uitkomsten?

  • Er gelden geen zones met beperkingen vanuit landschaps- en natuurregelgeving voor het windzoekgebied. Wel ligt het zoekgebied in het Groene Hart, de impact hiervan is in een apart onderzoek in beeld gebracht
  • Er zijn beperkingen voor geluid rondom bebouwing en voor veiligheid rondom Schiphol voor een windturbine met een tiphoogte van 140 meter
  • Voor slagschaduw wordt een contour van 400 meter rond kwetsbare bebouwing aangehouden. Windturbines mogen niet dichterbij 400 meter bij deze gebouwen worden neergezet
  • Ontwerpprincipes voor het landschap zijn:
    • Windturbines moeten zoveel mogelijk aansluiten bij de bestaande structuur van het landschap
    • Een lijnopstelling is minimaal 3 turbines op één rechte lijn, van dezelfde hoogte en hetzelfde type, met gelijke onderlinge afstand of afstand neemt regelmatig toe
    • Twee parallelle lijnopstellingen staan minimaal 2 kilometer uit elkaar

Welke conclusie trekken wij daaruit?

Als resultaat van dit onderzoek zijn een viertal mogelijke locaties ontstaan binnen het zoekgebied. Dit zijn: 

  • Landmark: windturbines mogelijk in een rasteropstelling rondom knooppunt A4 / A44
  • A4: windturbines mogelijk als verlenging van de bestaande opstelling westzijde A4
  • Midden: windturbines mogelijk in een lange lijn ten oosten van hoogspanningskabels
  • Infra: windturbines mogelijk in een dubbele lijn rond spoor en hoogspanningskabels

Aanvullend onderzoek ruimtelijke inpassing windturbines zoekgebied Haarlemmermeer-Zuid

Wat is onderzocht?
Tauw heeft in 2023 een actualisatie uitgevoerd van de ruimtelijke inpassing van windturbines voor de vier locaties in het windzoekgebied. Hierin zijn de ruimtelijke voorwaarden in beeld gebracht die wij als gemeente belangrijk vinden bij opstellingen van windturbines. Dit is een lokale vertaling van de Ruimtelijke Handreiking Wind op Land van provincie Noord-Holland.
 
Wat zijn de uitkomsten?

  • Voor drie provinciale beschermde natuurgebieden en erfgoed (NNN, Bijzonder Provinciaal Landschap en UNESCO) zijn de regels voor windenergie aangepast. Het windzoekgebied Haarlemmermeer-Zuid ligt niet in dergelijke gebieden, daarom gelden deze regels niet voor dit zoekgebied;
  • Twee aanvullende gemeentelijke wensen voor het landschap zijn:
    • Om onrust te voorkomen in het landschap wordt alleen uitgegaan van lijnopstellingen van windturbines (geen cluster of solitair),
    • Bij voorkeur zijn de rotordiameter en ashoogte in verhouding met elkaar;
  • Ook zijn er aanvullende beperkingen in beeld gebracht voor veiligheid, geluid en hoogte. Naast een windturbine van 145 meter tiphoogte, zijn de beperkingen ook weergegeven voor een windturbine van 150 meter tiphoogte en van 218 meter tiphoogte (voor de volledigheid). Alleen binnen de denkrichting A4 is beperkt ruimte voor windturbines van 218 meter hoogte
  • Vooruitlopend op een mogelijk strengere milieunorm vanuit het Rijk voor geluid, is ook doorberekend wat een geluidsnorm van 45dB betekent voor de afstand van een windturbine tot kwetsbare bebouwing.
  • Rondom Schiphol gelden aanvullende hoogtebeperkingen voor windturbines, vanwege effecten op de radarsystemen, vliegveiligheid burgerluchtvaarthavens en luchtverkeersleidingssystemen. Om hiervan af te kunnen wijken, moet worden aangetoond dat er geen (nadrukkelijke) gevolgen zijn voor deze functies. Per denkrichting is aangegeven wat er mogelijk is.

Welke conclusies trekken we daaruit?

De actualisatie geeft een paar aanvullingen voor de vier locaties binnen het windzoekgebied, deze vatten we per locatie samen: 

Landmark:

  • Er is ruimte voor één windturbine langs het knooppunt bij een geluidcontour van 400 meter
  • Er is ruimte voor vier windturbines ten westen van het knooppunt bij een geluidcontour van 400, 550 en 600 meter
  • Alle windturbines hebben een hoogtebeperking van 146 meter

A4 en A4 plus:

  • Er is ruimte voor één windturbine langs het knooppunt met een hoogtebeperking
  • Naar het zuiden is ruimte voor één windturbine met een hoogtebeperking van 218 meter met een geluidcontour van 600 meter
  • De opstelling staat in lijn met de bestaande windturbine met westen van snelweg, bij 3 windturbines spreken we van een lijnopstelling
  • A4 plus: bij uitbreiding van de locatie A4 naar het zuiden is één extra windturbine mogelijk met een geluidcontour van 400 meter en een maximale hoogte van 218 meter. Deze kan niet goed in lijn met de bestaande windturbine en gaat daarmee tegen de wens van de gemeente in

Midden:

  • Er is ruimte voor maximaal 8 of 9 windturbines in één lange rechte lijn met een geluidscontour van 600 meter
  • In het noordelijke deel is ruimte voor drie windturbines van circa 110 tot 146 meter
  • In het middendeel is ruimte voor drie windturbines van maximaal 146 meter
  • In het zuidelijke deel is ruimte voor twee windturbines van maximaal 146 meter. Hiervoor moet nader onderzoek gedaan naar het effect op de aanwezige fauna

Infra en Infra plus:

  • In het oostelijke deel is in het noorden ruimte voor twee windturbines van circa 110 tot 146 meter. In het zuiden is ruimte voor drie windturbines van maximaal 146 meter
  • In het westelijke deel is in het noorden ruimte voor één windturbine van circa 110 tot 146 meter. In het middendeel gelden contouren voor geluid en slagschaduw. In het zuidelijk deel is ruimte voor twee windturbines van maximaal 146 meter
  • Voor alle windturbines kan een geluidscontour van 600 meter worden aangehouden
  • Infra plus: bij uitbreiding van de locatie Infra naar het zuiden van de A44 is er ruimte voor extra windturbines van maximaal 146 meter. Bij een geluidscontour van 400 meter kunnen twee extra windturbines aan de westzijde en drie aan de oostzijde worden geplaatst. Bij een geluidscontour van 550 meter twee extra windturbines aan de westzijde en één aan de oostzijde. Bij een geluidscontour van 600 meter één extra windturbine aan de westzijde en één aan de oostzijde

Addendum MER Wind op Land provincie Noord-Holland

Wat is onderzocht?

In de bijlage bij het planMER Herstructureringsbeleid Wind op Land uit 2014 zijn de resultaten van de RES regio’s Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid vertaald in provinciale omgevingsrecht instrumenten. Deze instrumenten vormen een kader voor de uitvoering van de RES’en. Haarlemmermeer is onderdeel van de RES regio Noord-Holland Zuid.

Wat zijn de uitkomsten?

Het windzoekgebied Haarlemmermeer-Zuid wordt in dit onderzoek de Spoordriehoek genoemd. Er is voor verschillende factoren de effecten onderzocht voor de zoekgebieden in de RES regio’s. Hieronder zijn de uitkomsten samengevat voor de Spoordriehoek in Haarlemmermeer. Als een initiatiefnemer een concreet plan indient, worden deze factoren gerichter onderzocht. 

  • Geluid: omdat het om een relatief klein oppervlakte zoekgebied gaat, zijn er relatief gezien weinig inwoners die hinder zouden kunnen ervaren van het geluid van windturbines
  • Slagschaduw: effecten zijn voor het hele zoekgebied niet goed in beeld te brengen doordat slagschaduw ontstaat in een specifieke stand van de zon op de windturbine t.o.v. de woning. Als er een concreet plan is, moet worden onderzocht hoe aan de landelijke normen kan worden voldaan
  • Externe veiligheid: hier gaat het om impact op risicobronnen of schade aan voorzieningen bij het eventueel falen van een windturbine. In de Spoordriehoek lopen buisleidingen, infrastructuur en hoogspanningslijnen waarbij risico’s kunnen optreden
  • Ruimtelijke waarden: De lijnen van de infrastructuur in het landschap en de strakke opzet van de polder maken dat het landschap zich goed leent voor een lijnopstelling van windturbines
  • Landschappelijke waarden: Plaatsing van windturbines in het open, groene gebied biedt de kans om het verschil tussen moderne windturbines en historische kenmerken te benadrukken. Er is een risico op negatieve impact, maar door een juiste inpassing kan dit verminderd worden
  • Natuurgebieden: de Spoordriehoek ligt op 600 meter afstand van een Natuur Netwerk Nederland (NNN) gebied. Het plaatsen van windturbines in de buurt hiervan creëert een risico op negatieve effecten op de natuurwaarden in deze gebieden. Er bestaat een grote kans dat een specifiek project met nader onderzoek goed in de ruimte ingepast kan worden
  • Landbouw: per windturbine is een plaat nodig voor de fundering die ten koste gaat van landbouwgrond, dit werkt echter niet persé belemmerend voor de landbouw. De landbouw kan ook profiteren van windenergie als bron van inkomsten
  • Energieopbrengst: de energieopbrengst van hogere windturbines zijn groter doordat de windsnelheid groter is op hoogte. Door de hoogtebeperkingen van Schiphol is de energieopbrengst niet maximaal

Voor cultuurhistorische, archeologische waarden, stedelijke functies en recreatie en toerisme is er een klein risico op negatieve effecten.

Welke conclusie trekken wij daaruit?

Voor de meeste factoren geldt voor het windzoekgebied Haarlemmermeer-Zuid dat er een (klein) risico is op een negatief effect met de kans dat inpassing in de ruimte goed mogelijk is. Het is daarom waarschijnlijk dat een windpark in dit gebied de nodige natuurvergunningen kan krijgen, als de juiste onderzoeken worden uitgevoerd en maatregelen getroffen. 

Volledige onderzoek kan hier gedownload worden op de website van noord-holland.nl

 

Onderzoek vliegveiligheid

Wat is onderzocht?
To70 heeft in opdracht van provincie Noord-Holland onderzocht welke mogelijke hoogtebeperkingen vanuit de luchtvaart gelden in de zoekgebieden van de RES regio Noord-Holland Zuid, waaronder Haarlemmermeer-Zuid. Deze hoogtebeperkingen kunnen van invloed zijn op de haalbaarheid van windturbines in de zoekgebieden.
 
Wat zijn de uitkomsten?
Binnen het windzoekgebied gelden er beperkingen vanuit 1) de burgerluchthavens van Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), 2) de verkeersleiding systemen van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en 3) de afzonderlijke radarsystemen van Defensie. Voor deze drie activiteiten is voor verschillende delen van het gebied in beeld gebracht hoe kansrijk het is om plannen van windturbines goedgekeurd te krijgen. 

Welke conclusie trekken wij daaruit?
Kort samengevat is het volgende mogelijk voor de denkrichtingen binnen het zoekgebied: 

  • Landmark: windturbines met tiphoogte 150 meter zijn mogelijk zonder restrictie
  • A4: windturbines met tiphoogte 150 meter en 218 meter zijn mogelijk zonder restrictie
  • Midden: windturbines met tiphoogte 150 meter zijn mogelijk met restrictie
  • Infra: windturbines met tiphoogte 150 meter zijn mogelijk met restrictie

Volledige onderzoek is te vinden op de website van Energieregio Noord-Holland Zuid.

De oplegnotitie die hoort bij dit onderzoek is op te vragen via wind@haarlemmermeer.nl.

Verkenning beschikbare windturbines

Wat is onderzocht?
Provincie Noord-Holland heeft laten onderzoeken welke beschikbare windturbines toepasbaar zijn in de zoekgebieden van de RES regio’s Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid. Om de geschiktheid te beoordelen, is inzicht gegeven in de kenmerken van het windzoekgebied, van de beschikbare windturbines en van de toepasbaarheid van de beschikbare windturbines in het zoekgebied.
 
Wat zijn de uitkomsten?
Voor Haarlemmermeer-Zuid zijn de hoogtebeperkingen in beeld gebracht en de gemiddelde windsnelheden. Deze gegevens zijn gecombineerd met de kenmerken van de beschikbare windturbines: afmetingen, vermogen en windklasse. Dit is gedaan om inzichtelijk te krijgen welke windturbines in welk gebied toepasbaar zijn als het gaat om de hoogtebeperking. Als laatste is gekeken naar de financiële haalbaarheid van windturbines, oftewel staan de investeringen in verhouding tot de opbrengsten. Dit leidt tot de volgende conclusies:

  • In totaal zijn 57 windturbine modellen geschikt:
    • Het vermogen van de beschikbare windturbines varieert tussen de 0.25 MW en 7.2MW;
    • De tiphoogte van de beschikbare windturbines varieert tussen de 63 en 285 meter;
  • De hoogtebeperking bepaalt welke windturbine toepasbaar is
  • Elke turbine heeft een bepaalde windklasse zodat deze op de juiste manier is ontworpen tegen schade door gevaren binnen de levensduur. Turbines met een IEC-windklasse I & II kunnen in alle zoekgebieden geplaatst worden. Voor windturbine modellen met windklasse IEC III moet specifiek gekeken worden naar de windsnelheden in de betreffende RES-zoekgebieden
  • Windturbines met een grotere rotordiameter kunnen meer van de beschikbare wind opvangen dan types met een kleinere rotordiameter. Tevens zijn er gemiddeld genomen hogere windsnelheden op hogere as-hoogtes. Grotere rotordiameters en/of hogere as-hoogtes resulteren daardoor in verhouding tot meer vollasturen. Hierdoor is de (jaar)opbrengst van een windturbine effectiever
  • Er zijn negen windturbine modellen beschikbaar voor het vervangen van windturbines met een as-hoogte van 50 tot 60 meter

Welke conclusie trekken wij daaruit?
Er zijn meerdere types windturbines geschikt voor het windzoekgebied Haarlemmermeer-Zuid binnen de geldende beperkingen. Deze verkenning geeft ook aan welk type windturbine waar in het zoekgebied geplaatst kan worden en vervolgens het meeste energie oplevert.

Het volledige onderzoek is te vinden op de website van Energieregio Noord-Holland

Alle onderzoeken zijn op te vragen door een e-mail te sturen naar wind@haarlemmermeer.nl. Ook kun je hier terecht voor vragen over de onderzoeken.

Ga terug naar de themapagina over de impact van windturbines op de ruimte

Login om verder te gaan




refresh

Cancel